Translations for „behoorlijk“ in the Dutch » German Dictionary

be·hoor·lijk¹ <behoorlijke, behoorlijker, behoorlijkst> [bəhorlək] ADJ

1. behoorlijk (fatsoenlijk):

behoorlijk

angemessen

behoorlijk

anständig

behoorlijk

gehörig

een behoorlijk gedrag

ein anständiges Benehmen

gedraag je behoorlijk

benimm dich anständig

2. behoorlijk (vereist):

behoorlijk

gehörig

met behoorlijke aandacht

mit gehöriger Aufmerksamkeit

3. behoorlijk (toonbaar):

behoorlijk

brauchbar

4. behoorlijk (tamelijk groot, flink):

behoorlijk

beträchtlich

behoorlijk

gehörig

een behoorlijke schade

ein gehöriger [o. schwerer] Schaden

be·hoor·lijk² [bəhorlək] ADV (in voldoende mate; nogal)

behoorlijk

gehörig

het is behoorlijk koud

es ist empfindlich kalt

Usage examples with behoorlijk

het is behoorlijk koud

es ist empfindlich kalt

een behoorlijk vaartje

ein schönes Tempo

een behoorlijk gedrag

ein anständiges Benehmen

gedraag je behoorlijk

benimm dich anständig

die spijker zit behoorlijk vast

der Nagel sitzt ganz fest

een fors/aardig/behoorlijk bedrag

eine erhebliche/hübsche/beträchtliche Summe

zij is behoorlijk aan de fles

sie hängt an der Flasche inf

ik voel me behoorlijk door hem genaaid

ich komme mir ganz schön verarscht von ihm vor inf