Dutch » German

Translations for „lenen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

le·nen1 <leende, h. geleend> [lenə(n)] VB trans

1. lenen (te leen geven):

lenen
lenen
lenen
geld tegen 5 % lenen
Geld zu 5 % leihen

2. lenen (te leen krijgen):

lenen
lenen
van iem geld lenen

le·nen2 <leende zich, h. zich geleend> [lenə(n)] VB wk ww

lenen zich lenen (geschikt zijn (voor)):

lenen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski