Dutch » German

ont·moe·ting <ontmoeting|en> [ɔntmutɪŋ] N f (ook sport en spel)

ont·moe·ten <ontmoette, h. ontmoet> [ɔntmutə(n)] VB trans

ont·moe·di·gen <ontmoedigde, h. ontmoedigd> [ɔntmudəɣə(n)] VB trans

top·ont·moe·ting <topontmoeting|en> [tɔpɔntmutɪŋ] N f

ont·moe·di·ging [ɔntmudəɣɪŋ] N f geen pl

zoe·tig [zutəx] ADJ

roe·tig [rutəx] ADJ

ont·zet [ɔntsɛt] ADJ

2. ontzet (uit het verband gerukt):

nicht im Lot

ont·doen1 <ontdeed, h. ontdaan> [ɔndun] VB trans (vrijmaken)

licht·voe·tig [lɪxtfutəx] ADJ

ont·moe·tings·plaats <ontmoetingsplaats|en> [ɔntmutɪŋsplats] N f


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski