Translations for „heel“ in the Dutch » German Dictionary

heel¹ [hel] ADV

1. heel (zeer):

heel

sehr

heel

ganz

een heel mooi boek

ein sehr schönes Buch

heel wat …

eine Menge …

heel wat inspanning/kosten

einige Anstrengung/beträchtliche Kosten

2. heel (geheel en al):

heel

völlig

heel en al

ganz und gar

dat is iets heel anders

das ist ganz etw anderes

heel wat presteren

Beachtliches leisten

heel² [hel] ADJ

heel

ganz

heel (gaaf)

heil

heel (groot)

ziemlich

een heel besluit

ein wichtiger [o. (folgen)schwerer] Entschluss

zij werkt hele dagen

sie arbeitet ganztags

zo'n linnenkast is 'n heel ding

so ein Kleiderschrank ist ein ganz schöner Brocken

heel Duitsland

ganz Deutschland

een hele geschiedenis

eine lange Geschichte

een paar hele kousen

ein paar heile Strümpfe

niets heel laten aan iets/iem fig

kein gutes Haar an etw/jdm lassen

heel zijn leven

sein ganzes Leben

een hele som

ein ganz schöner Betrag

de bus gaat om het hele uur

der Bus fährt jede volle Stunde

Usage examples with heel

heel wat …

eine Menge …

heel even

ganz kurz

heel graag!

sehr gerne!

heel Duitsland

ganz Deutschland

een heel stuk voor …

ein gutes Stück vor …

heel wat moeten slikken

sich dat eine Menge gefallen lassen müssen

een heel duidelijke wenk iron

ein Wink mit dem Zaunpfahl hum

een heel precies werkje

eine kniff(e)lige Arbeit

heel in 't kort

in aller Kürze

dat scheelt heel wat

das macht einen großen Unterschied

een heel eind weg

ein ganzes Stück entfernt

een heel mooi boek

ein sehr schönes Buch

heel weinig woonruimte hebben

auf engstem Raum leben müssen

een heel eind omgaan

einen gehörigen Umweg machen

een heel getal wisk.

eine ganze Zahl

heel wat afwerken

viel schaffen

een heel stel

ziemlich viel(e)

heel wat afpraten

über allerhand plaudern

heel ergens anders

ganz woanders

heel wat afschrijven

eine ganze Menge schreiben