Translations for „innemen“ in the Dutch » German Dictionary

in·ne·men <nam in, h. ingenomen> [ɪnemə(n)] VB trans

1. innemen (geneesmiddelen):

innemen

(ein)nehmen

2. innemen fig:

innemen (plaatsruimte)

einnehmen

innemen (plaatsruimte)

beziehen

innemen (functie e.d.)

bekleiden

dat neemt een belangrijke plaats in mijn leven in

das hat einen hohen Stellenwert in meinem Leben

de plaats van de moeder innemen

die Mutter ersetzen

een standpunt innemen fig

einen Standpunkt einnehmen [o. beziehen]

3. innemen (veroveren):

innemen

(ein)nehmen

4. innemen (vertrouwen, genegenheid winnen):

innemen

einnehmen

iem voor/tegen zich innemen

jdn für/gegen sich einnehmen

5. innemen:

innemen (inkorten, nauwer maken)

einnähen

innemen (korter maken)

einschlagen

Usage examples with innemen

vracht innemen

Fracht einladen

staal innemen

Eisen einnehmen

een bepaald standpunt innemen

einen bestimmten Standpunkt vertreten

een ruime plaats innemen

viel Raum einnehmen

een bevoorrechte positie innemen

eine privilegierte [o. bevorzugte] Stellung einnehmen

een vooraanstaande plaats innemen

eine herausragende Stellung einnehmen

iems plaats innemen

jds Stelle einnehmen

een sleutelpositie innemen

eine Schlüsselstellung einnehmen [o. innehaben]

een geneesmiddel innemen

ein Medikament einnehmen

een standpunt innemen fig

einen Standpunkt einnehmen [o. beziehen]

veel ruimte innemen

viel Raum [o. Platz] einnehmen

een defensieve positie (gaan) innemen

eine Defensivstellung beziehen

iem voor/tegen zich innemen

jdn für/gegen sich einnehmen

daar kun je gif op (in)nemen fig

darauf kannst du Gift nehmen

de plaats van de moeder innemen

die Mutter ersetzen

iets innemen op de nuchtere maag

etw auf nüchternen Magen einnehmen

daar kun je vergif op innemen fig

darauf kannst du Gift nehmen

een apart plekje in iems hart innemen

einen besonderen Platz in jds Herzen einnehmen