Dutch » German

Translations for „onvermogen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

on·ver·mo·gen [ɔnvərmoɣə(n)] N nt geen pl

1. onvermogen (onmacht):

onvermogen
onvermogen
iem een brevet van onvermogen geven ook fig

2. onvermogen econ.:

onvermogen

Usage examples with onvermogen

bewijs van onvermogen
iem een brevet van onvermogen geven ook fig
iem een brevet van onvermogen uitreiken iron

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski