Translations for „ogenblik“ in the Dutch » German Dictionary

ogen·blik <ogenblik|ken> [oɣə(n)blɪk] N nt

1. ogenblik (zeer kort moment):

ogenblik

Augenblick m

ogenblik

Moment m

(heeft u) een ogenblikje

einen Augenblick [o. Moment] (bitte)!

een helder ogenblik hebben

einen lichten Moment [o. Augenblick] haben

in een ogenblik

in einer Sekunde

in een ogenblik inf

im Nu

in een onbewaakt ogenblik

in einem unbeobachteten Augenblick [o. Moment]

(juist) op dat ogenblik

(gerade) in diesem Moment

een ogenblik rust

ein Augenblick [o. Moment] Ruhe

2. ogenblik (tijdstip):

ogenblik

Augenblick m

ogenblik

Moment m

hij kan ieder ogenblik aankomen

er kann jeden Augenblick [o. Moment] ankommen

in een zwak ogenblik

in einer schwachen Stunde

op dit ogenblik

im Moment [o. Augenblick]

op dit ogenblik (tegenwoordig)

zurzeit

op het ogenblik van vertrek

im Augenblick der Abreise [o. Abfahrt]

op het laatste/juiste ogenblik

im letzten/richtigen Augenblick [o. Moment]

voor het ogenblik

im Moment

Usage examples with ogenblik

op een ongepast ogenblik

im unpassenden Augenblick

(juist) op dat ogenblik

(gerade) in diesem Moment

in een zwak ogenblik

in einer schwachen Stunde

in een onbewaakt ogenblik

in einem unbeobachteten Augenblick [o. Moment]

op het laatste ogenblik

im letzten Moment

op het uiterste ogenblik

im letzten Augenblick

een helder ogenblik hebben

einen lichten Moment [o. Augenblick] haben

een ogenblik van respijt

eine Verschnaufpause

op ieder gewenst ogenblik

in jedem beliebigen Augenblick

in een ogenblik

in einer Sekunde

op dit ogenblik (tegenwoordig)

zurzeit

voor het ogenblik

im Moment

een ogenblik rust

ein Augenblick [o. Moment] Ruhe

een onbedacht ogenblik

ein unbedachter Augenblick

net op het ogenblik, toen …

gerade in dem Augenblick, in dem …

hij kan ieder ogenblik aankomen

er kann jeden Augenblick [o. Moment] ankommen