Translations for „consumente“ in the Dutch » German Dictionary

con·su·ment <consument|en> [kɔnsymɛnt] N m

consument

Konsument m

consument

Verbraucher m

con·su·len·te <consulente|s, consulente|n> [kɔnsylɛntə] N f

consulente feminine form of consulent

See also consulent

con·su·lent <consulent|en> [kɔnsylɛnt] N m

consulent

Berater m

consulent

Konsulent m A CH

con·su·lent <consulent|en> [kɔnsylɛnt] N m

consulent

Berater m

consulent

Konsulent m A CH

con·su·me·ren <consumeerde, h. geconsumeerd> [kɔnsymerə(n)] VB trans

consumeren

konsumieren

consumeren

verbrauchen

con·sump·tie <consumptie|s> [kɔnsʏmpsi] N f

1. consumptie (verbruik van goederen):

consumptie

Konsum m

2. consumptie (verbruik van levensmiddelen):

consumptie

Verzehr m

consumptie

Genuss m

niet geschikt voor consumptie

nicht zum Verzehr geeignet

3. consumptie (vertering):

consumptie

Verzehr m

de consumpties betalen

die Rechnung bezahlen

consumptie verplicht

Verzehrzwang m

met consumptie spreken

eine feuchte Aussprache haben

con·stan·te <constante|n> [kɔnstɑntə] N f

constante

Konstante f

constante

unveränderliche Größe f

con·su·men·ten·bond <consumentenbond|en> [kɔnsymɛntə(n)bɔnt] N m

consumentenbond

Verbraucherverband m

con·se·quen·tie <consequentie|s> [kɔnsəkwɛnsi] N f

consequentie

Konsequenz f

de consequenties aanvaarden

die Konsequenzen auf sich nehmen

de consequenties trekken uit iets

aus etw die Konsequenzen ziehen

tot in de verste consequenties

bis zur letzten Konsequenz