Dutch » German

Translations for „danken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

dan·ken1 <dankte, h. gedankt> [dɑŋkə(n)] VB trans

1. danken (bedanken):

danken
danken
niet(s) te danken!
(ik) dank u [o. je ]!
(ik) dank u [o. je ]!
(ik) dank u [o. je ]! (bij weigering)
iem voor een cadeau danken

2. danken (verschuldigd zijn):

danken

dan·ken2 <dankte, h. gedankt> [dɑŋkə(n)] VB intr (afslaan)


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski