Translations for „formule“ in the Dutch » German Dictionary

for·mu·le <formule|s> [fɔrmylə] N f

1. formule (geheel van woorden, zinnen):

formule

Formel f

de geijkte formules

die gängigen Formeln

iets in een formule vatten

etw in eine Formel fassen

2. formule (vorm van een compromis):

formule

Formel f

een aanvaardbare formule

eine akzeptable Formel

3. formule:

formule (grondslag)

Konzept nt

formule (opzet)

Konzeption f

volgens een nieuwe formule

nach einem neuen Konzept

4. formule:

formule scheik., wisk., SPORTS

Formel f

de formule van water

die (chemische) Formel von Wasser

for·mu·le 1-cou·reur <formule 1-coureur|s> [fɔrmyləeŋkurør] N m

formule 1-coureur

Formel-1-Fahrer m

Usage examples with formule

volgens een nieuwe formule

nach einem neuen Konzept

de formule van water

die (chemische) Formel von Wasser

een aanvaardbare formule

eine akzeptable Formel

iets in een formule vatten

etw in eine Formel fassen