Translations for „gesteld“ in the Dutch » German Dictionary

ge·steld¹ [ɣəstɛlt] ADJ

1. gesteld (in een bepaalde gesteldheid):

gesteld

bestellt

het is slecht met hem gesteld

um ihm ist es schlecht bestellt

2. gesteld:

gesteld zijn op iets (houden van)

etw mögen

gesteld zijn op iem

jdn gern mögen

op orde gesteld zijn

auf Ordnung setzen

op iets/iem erg gesteld zijn (houden van)

an etw/jdm hängen

op een dergelijke toon ben ik niet gesteld

solch einen Ton verbitte ich mir

3. gesteld (aangewezen):

gesteld

befugt

gesteld

gestellt

de gestelde machten

die zuständigen Behörden pl

binnen de gestelde termijn

fristgemäß

binnen de gestelde termijn

fristgerecht

beantwoorden aan de gestelde verwachtingen

den Erwartungen entsprechen

ge·steld² [ɣəstɛlt] ADV (aangenomen)

gesteld

angenommen

gesteld

gesetzt den Fall

gesteld dat hij niet wil ...

angenommen, er will nicht ...

Usage examples with gesteld

op orde gesteld zijn

auf Ordnung setzen

gesteld zijn op iets (houden van)

etw mögen

gesteld zijn op iem

jdn gern mögen

onder curatele gesteld zijn

unter Vormundschaft stehen

gesteld dat hij niet wil ...

angenommen, er will nicht ...

hij is op rantsoen gesteld

er wurde auf halbe Ration gesetzt inf

(ge)stel(d) dat dit zo is

vorausgesetzt, dass das so ist

het is treurig met hem gesteld

er ist erbärmlich dran

het is slecht met hem gesteld

um ihm ist es schlecht bestellt

het is er lelijk mee gesteld

es sieht böse [o. schlimm] aus

op iets/iem erg gesteld zijn (houden van)

an etw/jdm hängen

hoe is het gesteld met zijn vrouw?

wie geht es seiner Frau?

het verlies wordt op € 5000,- gesteld

der Verlust wird mit 5000 € veranschlagt [o. angesetzt]

op een dergelijke toon ben ik niet gesteld

solch einen Ton verbitte ich mir

het is niet zo best met hem gesteld

es geht ihm nicht so gut