Translations for „logisch“ in the Dutch » German Dictionary

lo·gisch <logische, logischer, meest logisch> [loɣis] ADJ

logisch

logisch

logisch (consequent, logisch juist)

folgerichtig

logisch (sluitend)

schlüssig

logisch (vanzelfsprekend)

selbstverständlich

een logische conclusie

eine logische Folgerung [o. Schlussfolgerung]

de logische principes

die logischen Prinzipien [o. Grundsätze]

Usage examples with logisch

logisch redeneren

logisch folgern

een logisch juiste conclusie

ein folgerichtiger Schluss