Translations for „moord“ in the Dutch » German Dictionary

moord <moord|en> [mort] N f

1. moord (doodslag):

moord

Mord m

moord en brand schreeuwen fig

Zeter und Mord(io) schreien

daar komt moord en doodslag van fig

dann gibt es Mord und Totschlag

moord met voorbedachten rade

vorsätzliche(r) Mord m

de moord op de president

der Mord an dem Präsidenten

een moord plegen [o. begaan ]

einen Mord verüben [o. begehen]

poging tot moord

versuchte(r) Mord m

de verdenking van moord

der Mordverdacht

2. moord (in sammenstelling):

moord

Mords-

moord

mords-

moord griet

tolles Mädel nt inf

moord vent

Mordskerl m inf

Usage examples with moord

moord griet

tolles Mädel nt inf

moord vent

Mordskerl m inf

medeplichtig aan de moord

mitschuldig am Mord

de verdenking van moord

der Mordverdacht

moord met voorbedachten rade

vorsätzliche(r) Mord m

moord en brand schreeuwen fig

Zeter und Mord(io) schreien

een moord begaan

einen Mord verüben

terechtstaan voor moord

wegen Mordes vor Gericht stehen

een moord plegen

einen Mord begehen

de dubbele moord

der Doppelmord

de gerechtelijke dwaling/moord

der Justizirrtum/Justizmord

poging tot moord

versuchte(r) Mord m

een moord plegen [o. begaan ]

einen Mord verüben [o. begehen]

de moord op de president

der Mord an dem Präsidenten

een poging tot diefstal/moord

ein versuchter Diebstahl/ein Mordversuch

daar komt moord en doodslag van fig

dann gibt es Mord und Totschlag

iem veroordelen wegens medeplichtigheid aan moord

jdn wegen Beihilfe zum Mord verurteilen

iem in hechtenis nemen op verdenking van moord

jdn unter Mordverdacht verhaften