Translations for „staaf“ in the Dutch » German Dictionary

staaf <staven> [staf] N f

staaf (massieve stang of balk)

Stab m

staaf (gegoten (edel)metaal)

Barren m

staaf (spoor)

Schiene f

staaf (eetbaar)

Stange f

een staaf goud

ein Barren Gold

een ijzeren staaf

ein Eisenstab

Usage examples with staaf

een staaf goud

ein Barren Gold

een ijzeren staaf

ein Eisenstab

de staaf eindigt in een punt

der Stab läuft in eine Spitze aus