Translations for „staal“ in the Dutch » German Dictionary

staal¹ <stalen> [stal] N nt

1. staal (ferrometaal):

staal

Stahl m

roestvrij staal

rostfreie(r) Stahl m

het staal wordt in het vuur gehard fig

Stahl wird im Feuer gehärtet

2. staal fig (kracht):

staal

Stahl m

3. staal (ijzer als bestanddeel van levende wezens):

staal

Eisen nt

staal innemen

Eisen einnehmen

4. staal:

staal (voorwerp, werktuig)

Eisen nt

staal (wapen)

Stahl m

het glimmend staal

der blitzende Stahl

staal² <stalen> [stal] N nt

1. staal:

staal (monster: ter demonstratie, keuze)

Muster nt

staal (monster: ter onderzoek)

Probe f

een collectie stalen

eine Musterkollektion

iets op staal kopen

etw nach Muster kaufen

2. staal (proef, blijk):

staal

Probe f

een staaltje van zijn bekwaamheid geven

eine Probe seines Könnens geben

een knap staaltje (werk)

eine gekonnte Arbeit

dat is een kras staaltje!

das ist ja ein tolles Ding!

een kras staaltje van willekeur

ein krasser Fall von Willkür

dat is niet meer dan een staaltje van je plicht

das ist nicht mehr als deine Pflicht und Schuldigkeit

staaltjes (van iets) kunnen vertellen

einiges (über etw acc ) erzählen können

staaltjes (van iets) kunnen vertellen (een hele reeks vooral)

ein Lied (von etw) singen können

Usage examples with staal

roestvrij staal

rostfreie(r) Stahl m

staal innemen

Eisen einnehmen

staal harden

Stahl härten

iets op staal kopen

etw nach Muster kaufen

het glimmend staal

der blitzende Stahl

het staal wordt in het vuur gehard fig

Stahl wird im Feuer gehärtet