Dutch » German

Translations for „stelling“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

stel·ling <stelling|en> [stɛlɪŋ] N f

1. stelling (het stellen van een vraag, probleem):

stelling
stelling

2. stelling (wijze waarop iets, iem is geplaatst):

stelling
stelling
stelling
een gunstige stelling opbouwen CHESS (dammen)
zwaar geschut in stelling brengen fig (dammen)

3. stelling mil.:

stelling
een kanon in stelling brengen
stelling nemen tegen fig

4. stelling (steiger):

stelling
Gerüst nt
stelling
een stelling oprichten

5. stelling (staand rek):

stelling
stelling
Gestell nt
stelling
Regal nt

6. stelling:

stelling (beginsel)
These f
stelling (allgemeen)
een gewaagde stelling

7. stelling wisk.:

stelling
stelling
Satz m
stelling
Theorem nt
een stelling bewijzen
de stelling van Pythagoras

8. stelling (promotie):

stelling
These f

9. stelling (getimmerte):

stelling
stelling
stelling
Bock m

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski