Translations for „Kurswagen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

les·wa·gen <leswagen|s> [lɛswaɣə(n)] N m

leswagen

Fahrschulwagen m

lui·wa·gen <luiwagen|s> [lœywaɣə(n)] N m

luiwagen

Schrubber m

krui·wa·gen <kruiwagen|s> [krœywaɣə(n)] N m

1. kruiwagen (voertuig):

kruiwagen

Schubkarre f

kruiwagen

Schubkarren m

2. kruiwagen fig (voorspraak):

kruiwagen

Fürsprecher m

kruiwagen

Gönner m

een (goede) kruiwagen hebben

einen Fürsprecher haben

sport·wa·gen <sportwagen|s> [spɔrtwaɣə(n)] N m

sportwagen

Sportwagen m

ver·huis·wa·gen <verhuiswagen|s> [vərhœyswaɣə(n)] N m

verhuiswagen

Möbelwagen m