Dutch » German

Translations for „armoedig“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ar·moe·dig <armoedige, armoediger, armoedigst> [ɑrmudəx] ADJ

1. armoedig (haveloos):

armoedig
een armoedig gezin

2. armoedig (schraal):

armoedig
een armoedig baantje

3. armoedig (hoeveelheid, bedrag):

armoedig

4. armoedig (gebrekkig (van geestelijke waarden)):

armoedig

Usage examples with armoedig

een armoedig baantje
een armoedig gezin

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski