Dutch » German

Translations for „bepaaldheid“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·paald·heid <bepaald|heden> [bəpalthɛɪt] N f

1. bepaaldheid (het onderscheiden zijn):

bepaaldheid

2. bepaaldheid:

bepaaldheid (juistheid, stelligheid)
bepaaldheid (juistheid)
bepaaldheid (stelligheid)

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski