Dutch » German

Translations for „betreden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·tre·den <betrad, h. betreden> [bətredə(n)] VB trans

1. betreden (zich begeven op, in):

betreden
de kamer betreden
de kamer betreden
iets niet mogen betreden

2. betreden (bewandelen):

betreden
wandeln auf +dat

Usage examples with betreden

iets niet mogen betreden
het slagveld betreden ook fig
de kamer betreden

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski