Translations for „couppleegster“ in the Dutch » German Dictionary

ver·pleeg·ster <verpleegster|s> [vərpleɣstər] N f

verpleegster

Krankenschwester f

cou·peu·se [kupøzə] N f

coupeuse feminine form of coupeur

See also coupeur

cou·peur N m

coupeur

Zuschneider m

grond·leg·ster N f

grondlegster feminine form of grondlegger

See also grondlegger

grond·leg·ger <grondlegger|s> [ɣrɔntlɛɣər] N m

grondlegger (van een organisatie)

Gründer m

grondlegger (van een leer)

Begründer m

cou·plet <couplet|ten> [kuplɛt] N nt

couplet

Strophe f

op·volg·ster <opvolgster|s> [ɔpfɔləxstər] N f

opvolgster feminine form of opvolger

See also opvolger

op·vol·ger <opvolger|s> [ɔpfɔlɣər] N m

opvolger

Nachfolger m

kraam·ver·pleeg·ster <kraamverpleegster|s> [kramvərplexstər] N f

kraamverpleegster

Wochenpflegerin f

kraamverpleegster

Säuglingsschwester f

zie·ken·ver·pleeg·ster N f

ziekenverpleegster feminine form of ziekenverpleger

See also ziekenverpleger

zie·ken·ver·ple·ger <ziekenverpleger|s> [zikə(n)vərpleɣər] N m

ziekenverpleger

Krankenpfleger m

zweef·vlieg·ster N f

zweefvliegster feminine form of zweefvlieger

See also zweefvlieger

zweef·vlie·ger <zweefvlieger|s> [zwefliɣər] N m

zweefvlieger

Segelflieger m