Translations for „drogerij“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

dra·ve·rij <draverij|en> [dravərɛi] N f

draverij

Trabrennen nt

dro·gis·te·rij <drogisterij|en> [droɣɪstərɛi] N f

drogisterij

Drogerie f

be·drie·ge·rij <bedriegerij|en> [bədriɣərɛɪ] N f

bedriegerij

Betrug m

bedriegerij (herhaaldelijk)

Betrügerei f

bur·ge·rij <burgerij|en> [bʏrɣərɛi] N f

burgerij (als groep)

Bürgerschaft f

burgerij (als klasse)

Bürgertum nt

burgerij (als groep tegenover de militairen)

Zivilisten pl

pla·ge·rij <plagerij|en> [plaɣərɛi] N f

plagerij

Quälerei f

plagerij (onschuldig)

Neckerei f

sla·ge·rij <slagerij|en> [slaɣərɛi] N f

slagerij

Fleischerei f

slagerij

Metzgerei f

slo·pe·rij <sloperij|en> [slopərɛi] N f

sloperij (auto's)

Autoverwertung f

sloperij (huizen)

Abbruchunternehmen nt

sloperij (huizen)

Abbruchfirma f

sloperij (schepen)

Abwrackfirma f

spo·ke·rij <spokerij|en> [spokərɛɪ] N f

spokerij

Spuk m

spokerij

Spukerei f inf

sto·ve·rij <stoverij|en> [stovərɛɪ] N f Belg

stoverij

Haschee nt

dwe·pe·rij <dweperij|en> [dwepərɛi] N f

dweperij

Schwärmerei f

dweperij pol., rel.

Fanatismus m

drog·beeld <drogbeeld|en> [drɔɣbelt] N nt

drogbeeld

Trugbild nt

drog·re·den <drogreden|en> [drɔxredə(n)] N f

drogreden

Trugschluss m

vlie·ge·rij <vliegerij|en> [vliɣərɛɪ] N f

vliegerij

Flugwesen nt