Translations for „gereinigte“ in the Dutch » German Dictionary

rei·ni·gen <reinigde, h. gereinigd> [rɛinəɣə(n)] VB trans

reinigen

reinigen

me·nig·te <menigte|n, menigte|s> [menəxtə] N f

menigte

Menge f

menigte

Masse f

de grote menigte

die breite Masse

een ontelbare menigte

eine unzählbare Menschenmenge

ge·reed·lig·gen <lag gereed, h. gereedgelegen> [ɣəretlɪɣə(n)] VB intr

gereedliggen

bereitliegen

ge·rech·tigd [ɣərɛxtəxt] ADJ

gerechtigd

berechtigt

gerechtigd

befugt

gerechtigd tot deelname

teilnahmeberechtigt

ge·reed·zet·ten <zette gereed, h. gereedgezet> [ɣəretsɛtə(n)] VB trans

gereedzetten

bereitstellen

ge·reed·leg·gen <legde gereed, h. gereedgelegd> [ɣəretlɛɣə(n)] VB trans

gereedleggen

bereitlegen

rei·ni·ging [rɛinəɣɪŋ] N f geen pl

1. reiniging:

reiniging (het reinigen, gereinigd worden)

Reinigung f

reiniging (het schoonmaken)

Säuberung f

2. reiniging (reinigingsdienst):

reiniging

Müllabfuhr f

3. reiniging (bevrijding van zonde):

reiniging

Reinigung f

ver·ont·rei·ni·gen <verontreinigde, h. verontreinigd> [vərɔntrɛinəɣə(n)] VB trans

verontreinigen

verunreinigen

verontreinigen

verschmutzen