Dutch » German

Translations for „gespleten“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ge·sple·ten1 [ɣəspletə(n)] ADJ

1. gespleten (een spleet hebbend):

gespleten
gespleten

2. gespleten psych.:

gespleten

3. gespleten (bladeren):

gespleten
gespleten

ge·sple·ten2 VB

gespleten volt. deelw. van splijten¹, splijten²

See also splijten , splijten

splij·ten2 <spleet, i. gespleten> [splɛitə(n)] VB intr (een scheur krijgen)

Usage examples with gespleten

een gespleten gehemelte med.

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski