Translations for „hasjrookster“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

rook·ster <rookster|s> [rokstər] N f

rookster feminine form of roker

See also roker

ro·ker <roker|s> [rokər] N m

1. roker (iem die tabak rookt):

roker

Raucher m

2. roker (iem die vis, vlees rookt):

roker

Räucherer m

aan·stook·ster N f

aanstookster feminine form of aanstoker

See also aanstoker

aan·sto·ker <aanstoker|s> [anstokər] N m

aanstoker

Aufwiegler m

schrok·ster N f

schrokster feminine form of schrokker

See also schrokker

schrok·ker <schrokker|s> [sxrɔkər] N m

schrokker

Vielfraß m

schrokker

Nimmersatt m

strijk·ster N f

strijkster feminine form of strijker

See also strijker

strij·ker <strijker|s> [strɛɪkər] N m

1. strijker (musicus):

strijker

Streicher m

2. strijker (genezer):

strijker

Magnetiseur m

spreek·ster N f

spreekster feminine form of spreker

See also spreker

spre·ker <spreker|s> [sprekər] N m

1. spreker:

spreker (redenaar)

Redner m

spreker (woordvoerder)

Sprecher m

één van de voorgaande sprekers

einer der Vorredner

2. spreker (taal, dialect):

spreker

Sprecher m

de sprekers van dit dialect

die Sprecher dieses Dialekts

stroop·lik·ster N f

strooplikster feminine form of strooplikker

See also strooplikker

stroop·lik·ker <strooplikker|s> [stroplɪkər] N m

strooplikker

Kriecher m

strooplikker

Schleimer m

strooplikker

Schönredner m

strooplikker pej

Speichellecker m

ket·ting·rook·ster N f

kettingrookster feminine form of kettingroker

See also kettingroker

ket·ting·ro·ker <kettingroker|s> [kɛtɪŋrokər] N m

kettingroker

Kettenraucher m