Translations for „hulppost“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

hulp·toe·stel <hulptoestel|len> [hʏləptustɛl] N nt

hulptoestel (aanvullend)

Zusatzgerät nt

hulptoestel (als reserve)

Ersatzgerät nt

hulp·kreet <hulp|kreten> [hʏləpkret] N m

hulpkreet

Hilfeschrei m

hulpkreet

Hilferuf m

hulp·mo·tor <hulpmotor|en, hulpmotor|s> [hʏlpmotər] N m

hulpmotor

Hilfsmotor m

hul·pe·loos <hulpeloze, hulpelozer, hulpeloost> [hʏlpəlos] ADJ

hulpeloos

hilflos

hulpeloos (zonder bescherming)

schutzlos

hulp·bron <hulpbron|nen> [hʏlbrɔn] N f

hulpbron

Hilfsquelle f

hulpbron (natuurlijke hulpbron; geld)

Ressource f

hulp·stuk <hulpstuk|ken> [hʏlpstʏk] N nt

hulpstuk

Zubehörteil nt

hulpstuk

Zubehör nt

hulp·be·toon [hʏlbəton] N nt geen pl

hulpbetoon

Hilfeleistung f

hulpbetoon (materieel, financieel)

Beihilfe f

hulp·ge·roep [hʏlpxərup] N nt geen pl

hulpgeroep

Hilferufe pl

hulpgeroep (kreten)

Hilfeschreie pl