Translations for „inlassen“ in the Dutch » German Dictionary

in·las·sen <laste in, h. ingelast> [ɪnlɑsə(n)] VB trans

1. inlassen (invoegen):

inlassen

einschalten

inlassen

einschieben

inlassen TV, RADIO

einblenden

citaten inlassen in zijn redevoering

Zitate in seine Rede einflechten

een pauze inlassen

eine Pause einlegen

2. inlassen (met een las invoegen):

inlassen

einschweißen

Usage examples with inlassen

een pauze inlassen

eine Pause einlegen

citaten inlassen in zijn redevoering

Zitate in seine Rede einflechten