Dutch » German

Translations for „kankeren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

kan·ke·ren <kankerde, h./i. gekankerd> [kɑŋkərə(n)] VB intr

1. kankeren (mopperen):

kankeren
nörgeln inf
kankeren
meckern inf
kankeren
kankeren op de maatschappij
over iets lopen te kankeren
tegen iem kankeren

2. kankeren (zich woekerend verspreiden):

kankeren

Usage examples with kankeren

kankeren op de maatschappij
tegen iem kankeren
over iets lopen te kankeren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski