Translations for „kunstreich“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

kunst·licht [kʏnstlɪxt] N nt geen pl

kunstlicht

Kunstlicht nt

kunstlicht

künstliche(s) Licht nt

kunstlicht

künstliche Beleuchtung f

kunst·ijs [kʏnstɛis] N nt geen pl

kunstijs

Kunsteis nt kein pl

kunstijs

künstliche(s) Eis nt kein pl

kunst·zin [kʏn(st)sɪn] N m geen pl

kunstzin

Kunstsinn m

kunstzin

Kunstverstand m

kunstzin

Kunstverständnis nt

kunst·werk <kunstwerk|en> [kʏnstwɛrk] N nt

1. kunstwerk ART:

kunstwerk

Kunstwerk nt

2. kunstwerk (weg- en waterbouw):

kunstwerk

Kunstbau m

kunst·been <kunst|benen> [kʏnstben] N nt

kunstbeen

künstliche(s) Bein nt

kunstbeen

Beinprothese f

kunst·mest [kʏnstmɛst] N m geen pl

kunstmest

Kunstdünger m

kunst·ge·bit <kunstgebit|ten> [kʏnstxəbɪt] N nt

kunstgebit

künstliche(s) Gebiss nt

kunstgebit

Zahnersatz m

kunstgebit

Zahnprothese f

kunst·greep <kunst|grepen> [kʏnstxrep] N m

1. kunstgreep (vaardigheid):

kunstgreep

Kunstgriff m

kunstgreep

Kniff m

2. kunstgreep (slimme handeling):

kunstgreep

Kunstgriff m

kunstgreep

Manöver nt

kunstgreep

Trick m

kunst·ve·zel <kunstvezel|s> [kʏnstfezəl] N f

kunstvezel

Kunstfaser f

kunstvezel

Chemiefaser f

kunst·rij·den [kʏnstrɛidə(n)] N nt geen pl

kunstrijden (op schaatsen)

Eiskunstlauf m

kunstrijden (op schaatsen)

Eiskunstlaufen nt

kunstrijden (te paard)

Kunstreiten nt

kunst·ken·ner <kunstkenner|s> [kʏnstkɛnər] N m

kunstkenner

Kunstkenner m

kunstkenner

Kunstverständige(r) m