Translations for „loontrekster“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

loon·trek·ker <loontrekker|s> [lontrɛkər] N m

loontrekker

Lohnempfänger m

steun·trek·ster N f

steuntrekster feminine form of steuntrekker

See also steuntrekker

steun·trek·ker <steuntrekker|s> [støntrɛkər] N m

steuntrekker

Unterstützungsempfänger m

steuntrekker (bijstand)

Sozialhilfeempfänger m

ge·woon·te·drink·ster N f

gewoontedrinkster feminine form of gewoontedrinker

See also gewoontedrinker

ge·woon·te·drin·ker <gewoontedrinker|s> [ɣəwontədrɪŋkər] N m

gewoontedrinker

Gewohnheitstrinker m

loon·grens <loon|grenzen> [loŋɣrɛns] N f

1. loongrens (welstandsgrens):

loongrens

≈ Verdienstgrenze f

2. loongrens (grens van het loonbedrag):

loongrens

Einkommensgrenze f

loon·dienst [londinst] N m geen pl

loondienst

≈ Arbeitsverhältnis nt

in loondienst zijn

im Arbeitsverhältnis stehen

loon·wer·ker <loonwerker|s> [lonwɛrkər] N m

loonwerker

Lohnunternehmer m

loop·ster [lopstər]

loopster feminine form of loper¹

See also loper , loper

lo·per² <loper|s> [lopər] N m

1. loper (tapijt):

loper

Läufer m

de (rode) loper voor iem uitleggen fig

einen roten Teppich für jdn ausrollen

2. loper (schaakstuk):

loper

Läufer m

3. loper:

loper (sleutel)

Hauptschlüssel m

loper (eenvoudige haak)

Dietrich m

4. loper (paard):

loper

Renner m

loper

Traber m

5. loper (schaats):

loper

Schnelllaufschlittschuh m

lo·per¹ <loper|s> [lopər] N m (persoon)

loper

Läufer m

goud·zoek·ster N f

goudzoekster feminine form of goudzoeker

See also goudzoeker

goud·zoe·ker <goudzoeker|s> [ɣɑutsukər] N m

goudzoeker

Goldgräber m

goudzoeker

Goldsucher m

in·breek·ster N f

inbreekster feminine form of inbreker

See also inbreker

in·bre·ker <inbreker|s> [ɪmbrekər] N m

inbreker

Einbrecher m