Dutch » German

Translations for „nalopen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

na·lo·pen <liep na, h./i. nagelopen> [nalopə(n)] VB trans

1. nalopen (achterna lopen):

nalopen
nachlaufen +dat
de meisjes nalopen

2. nalopen (controleren):

nalopen
nalopen
een rekening nalopen
ik zal die zaak eens nalopen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski