Dutch » German

Translations for „netwerk“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

net·werk [nɛtwɛrk] N nt geen pl ook fig

netwerk
Netz nt
netwerk (leidingen, draden, aders)
netwerk (planten, zenuwen)
een netwerk van wegen
het netwerk van leugens

Usage examples with netwerk

een netwerk van wegen
het netwerk van leugens

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski