Dutch » German

Translations for „ontlasten“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ont·las·ten1 <ontlastte zich, h. zich ontlast> [ɔntlɑstə(n)] VB wk ww zich ontlasten

1. ontlasten (zijn behoefte doen):

ontlasten

2. ontlasten (uitmonden):

ontlasten

3. ontlasten (zich van zijn inhoud ontdoen):

ontlasten

ont·las·ten2 <ontlastte, h. ontlast> [ɔntlɑstə(n)] VB trans

1. ontlasten (ontdoen van een last):

ontlasten

3. ontlasten (vrijstellen):

ontlasten
entheben +gen

Usage examples with ontlasten

het hart ontlasten

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski