Dutch » German

Translations for „ontsluiten“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ont·slui·ten <ontsloot, h. ontsloten> [ɔntslœytə(n)] VB trans

1. ontsluiten (openen):

ontsluiten
ontsluiten
zijn hart ontsluiten voor iem fig
zich ontsluiten

2. ontsluiten (planologie):

ontsluiten
een gebied ontsluiten

Usage examples with ontsluiten

zich ontsluiten
een gebied ontsluiten
zijn hart ontsluiten voor iem fig

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski