Translations for „pocket“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

po·chet <pochet|ten> [pɔʃɛt] N f

pochet

Einstecktuch nt

pochet

Stecktuch nt

po·chen² <pochte, h. gepocht> [pɔxə(n)] VB trans

pochen

prahlen

pochen op zijn geld

mit seinem Geld prahlen [o. protzen]

pochen op zijn kennis

mit seinen Kenntnissen prahlen

po·cher <pocher|s> [pɔxər] N m

pocher

Prahler m

pocher

Angeber m

rac·ket [rɛkət]

racket [[o. rɑkɛt]] racket|s N nt:

racket

Schläger m

tic·ket [tɪkət]

ticket [[o. tikɛt]] ticket|s N nt of m:

ticket

Ticket nt

ticket

Fahrschein m

lo·ket <loket|ten> [lokɛt] N nt

1. loket (raamvormige opening):

loket

Schalter m

zich aan het loket vervoegen

sich am Schalter melden

aan [o. voor ] het loket wachten

am Schalter warten

2. loket:

loket (vak)

Fach nt

loket (in een kast)

Schrankfach nt

ko·ket <kokette, koketter, koketst> [kokɛt] ADJ

koket

kokett

boe·ket <boeket|ten> [bukɛt] N nt of m

1. boeket (bloemruiker):

boeket

Strauß m

boeket

Bukett nt form

een boeket maken

einen Strauß binden

een muzikaal boeket

ein Melodienstrauß

een boeket rozen

ein Rosenstrauß

een boeket rozen

ein Strauß Rosen

2. boeket (wijn):

boeket

Bukett nt

boeket

Blume f

pak·ket <pakket|ten> [pɑkɛt] N nt

1. pakket ((post)pakje):

pakket

Paket nt

2. pakket fig onderw.:

pakket (set)

Satz m

pakket (set)

Paket nt

pakket (set)

Katalog m

pakket (vakkenpakket)

Fächerkombination f

een pakket belastingmaatregelen fig

ein Steuerpaket

een pakket maatregelen fig

ein Maßnahmenkatalog

par·ket <parket|ten> [pɑrkɛt] N nt

1. parket (bureau van de vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie):

parket

Büro nt der Staatsanwaltschaft

2. parket (het Openbaar Ministerie):

parket

Staatsanwaltschaft f

3. parket (zitplaats in schouwburg en bioscoop):

parket

Parkett nt

4. parket (parketvloer):

parket

Parkett nt

in een lastig parket zitten

sich in einer misslichen Lage befinden

iem in een moeilijk parket brengen

jdn hineinreiten

po·ëet <poëten> [powet] N m

poëet

Poet m

poet [put] N f geen pl (buit)

poet

heiße Ware f sl

poet

Beute f

poet

Sore f sl

pou·let [pulɛt] N nt of m geen pl (kip)

poulet

Poulet nt

poe·let [pulɛt] N nt of m geen pl

1. poelet (stukjes vlees):

poelet

in Würfel geschnittene(s) Fleisch nt

2. poelet (soepvlees):

poelet

Suppenfleisch nt

hoc·key [hɔki] N nt geen pl

hockey

Hockey nt

joc·key <jockey|s> [dʒɔki] N m

jockey

Jockey m

jockey

Jockei m

roc·ker <rocker|s> [rɔkər] N m

rocker (danser)

Rocktänzer m

rocker (speler)

Rockmusiker m

po·ken <pookte, h. gepookt> [pokə(n)] VB intr

poken

stochern in +dat