Dutch » German

Translations for „praktijk“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

prak·tijk <praktijk|en> [prɑktɛik] N f

1. praktijk (toepassing):

praktijk
Praxis f
iets aan de praktijk toetsen
iets in praktijk brengen
een man van de praktijk
op de praktijk gericht

2. praktijk (beroepswerkzaamheid):

praktijk
Praxis f
een drukke praktijk

4. praktijk (sluwe daden) pl:

praktijk

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski