Translations for „sündiger“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

mis·da·di·ger <misdadiger|s> [mɪzdadəɣər] N m

misdadiger

Verbrecher m

misdadiger

Kriminelle(r) m

een zware [o. gevaarlijke ] misdadiger

ein Schwerverbrecher

des·kun·di·ge <deskundige|n> [dɛskʏndəɣə] N m en f

deskundige

Sachverständige(r) f(m)

deskundige

Sachkundige(r) f(m)

deskundige (die een advies uitbrengt)

Gutachter m

deskundige (expert)

Experte m

een financieel deskundige

ein Finanzexperte

wis·kun·di·ge <wiskundige|n> [wɪskʏndəɣə] N m

wiskundige

Mathematiker m

be·gun·sti·ger <begunstiger|s> [bəɣʏnstəɣər] N m

begunstiger

Gönner m

begunstiger

Förderer m

begunstiger van de kunst

Kunstförderer

ver·de·di·ger <verdediger|s> [vərdedəɣər] N m

1. verdediger:

verdediger (beschermer, voorstander)

Verteidiger m

verdediger (mening)

Vertreter m

2. verdediger:

verdediger (advocaat)

Verteidiger m

verdediger (in strafzaken)

Strafverteidiger m

3. verdediger (sport):

verdediger

Verteidiger m

verdediger

Abwehrspieler m

rei·zi·ger <reiziger|s> [rɛizəɣər] N m

reiziger

Reisende(r) m

reiziger (passagier)

Fahrgast m

reiziger (passagier in een vliegtuig)

Fluggast m

zes·ti·ger <zestiger|s> [sɛstəɣər] N m

zestiger

Sechziger m

stof·zui·ger <stofzuiger|s> [stɔfsœyɣər] N m

stofzuiger

Staubsauger m