Translations for „specifiek“ in the Dutch » German Dictionary

spe·ci·fiek¹ <specifieke, specifieker, specifiekst> [spesifik] ADJ

1. specifiek:

specifiek (typisch)

spezifisch

specifiek (allgemeen)

eigentümlich

specifiek (allgemeen)

eigenartig

lachen is een specifiek kenmerk van de mens

Lachen ist ein spezifisches Merkmal des Menschen

2. specifiek (stuk voor stuk behandelend):

specifiek

spezifiziert

specifiek

spezifisch

een specifieke opgave

eine spezifizierte Angabe

een specifieke opgave

eine Spezifikation

3. specifiek (soortelijk):

specifiek

spezifisch

het specifieke gewicht

das spezifische Gewicht

spe·ci·fiek² [spesifik] ADV

1. specifiek (typisch):

specifiek

spezifisch

specifiek

auf eine spezifische Art

specifiek

typisch

iets specifiek Hollands

etw spezifisch [o. typisch] Holländisches

2. specifiek (in afzonderlijke onderdelen):

specifiek

spezifiziert

3. specifiek (nadrukkelijk):

specifiek

ausdrücklich

specifiek

speziell

specifiek

extra

ergens specifiek op wijzen

ausdrücklich auf etw acc hinweisen

Usage examples with specifiek

iets specifiek Hollands

etw spezifisch [o. typisch] Holländisches

ergens specifiek op wijzen

ausdrücklich auf etw acc hinweisen

het soortelijk [o. specifiek ] gewicht nat.

das spezifische Gewicht

lachen is een specifiek kenmerk van de mens

Lachen ist ein spezifisches Merkmal des Menschen