Dutch » German

Translations for „stampen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

stam·pen1 <stampte, h. gestampt> [stɑmpə(n)] VB intr

2. stampen (machines):

stampen
stampen

3. stampen (krachtig op iets stoten):

stampen

4. stampen (trappen):

stampen

stam·pen2 <stampte, h. gestampt> [stɑmpə(n)] VB trans

1. stampen (door stoten kleiner maken, mengen):

stampen
aardappels tot puree stampen

2. stampen (door stoten aanstampen):

stampen
idioom in zijn hoofd stampen fig
idioom in zijn hoofd stampen fig
iem iets in zijn kop [o. hooofd] stampen fig
een gebouw uit de grond stampen fig

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski