Translations for „tramwagen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

strand·wa·gen <strandwagen|s> [strɑntwaɣə(n)] N m

strandwagen

Bollerwagen m

praal·wa·gen <praalwagen|s> [pralwaɣə(n)] N m

praalwagen

Prunkwagen m

krui·wa·gen <kruiwagen|s> [krœywaɣə(n)] N m

1. kruiwagen (voertuig):

kruiwagen

Schubkarre f

kruiwagen

Schubkarren m

2. kruiwagen fig (voorspraak):

kruiwagen

Fürsprecher m

kruiwagen

Gönner m

een (goede) kruiwagen hebben

einen Fürsprecher haben

tank·wa·gen [tɛŋkwaɣə(n)]

tankwagen [[o. tɑŋkwaɣə(n)]] tankwagen|s N m:

tankwagen

Tankwagen m

tankwagen

Tankfahrzeug nt

ta·kel·wa·gen <takelwagen|s> [takəlwaɣə(n)] N m

takelwagen

Kranwagen m

takelwagen (voor auto's)

Abschleppwagen m

steek·wa·gen <steekwagen|s> [stekwaɣə(n)] N m

steekwagen

Sackkarre f

steekwagen

Stechkarren m

tram·lijn <tramlijn|en> [trɛmlɛin, trɑmlɛin] N f

1. tramlijn (tramverbinding):

tramlijn

Straßenbahnlinie f

2. tramlijn (tramweg):

tramlijn

Straßenbahngleise pl

tramlijn

Straßenbahnschienen pl

tram·rail [trɛmrel]

tramrail [[o. trɑmrel]] tramrail|s N f:

tramrail

Straßenbahnschiene f

tram·hal·te [trɛmhɑltə]

tramhalte [[o. trɑmhɑltə]] tramhalte|s N f:

tramhalte

Straßenbahnhaltestelle f

les·wa·gen <leswagen|s> [lɛswaɣə(n)] N m

leswagen

Fahrschulwagen m

lui·wa·gen <luiwagen|s> [lœywaɣə(n)] N m

luiwagen

Schrubber m

lijk·wa·gen <lijkwagen|s> [lɛikwaɣə(n)] N m

lijkwagen

Leichenwagen m

woon·wa·gen <woonwagen|s> [wonwaɣə(n)] N m

woonwagen

Wohnwagen m