Translations for „transitives“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

tran·si·tief¹ <transitieven> [trɑnzitif] N nt taalk.

transitief

Transitiv nt

transitief

Transitivum nt

in·tran·si·tief [ɪntrɑnzitif] ADJ

intransitief

intransitiv

tran·si·to [trɑnzito] N nt of m geen pl

transito

Transit m

transito

Durchfuhr f

trans·ac·tie <transactie|s, transac|tiën> [trɑnsɑksi] N f (handelsovereenkomst)

transactie

Transaktion f

transactie

Geschäft nt

financiële transacties

Finanzgeschäfte pl

financiële transacties

Geldgeschäfte pl

trans·po·si·tie <transpositie|s> [trɑnspozi(t)si] N f

transpositie

Transposition f

trans·ves·tiet <transvestiet|en> [trɑnsfɛstit] N m

transvestiet

Transvestit m

tran·spi·ra·tie <transpiratie|s> [trɑnspira(t)si] N f

transpiratie

Transpiration f form

transpiratie

Schwitzen nt

tran·spi·re·ren <transpireerde, h. getranspireerd> [trɑnspirerə(n)] VB intr

transpireren

transpirieren form

transpireren

schwitzen