Translations for „verslijten“ in the Dutch » German Dictionary

ver·slij·ten¹ <versleet, h. versleten> [vərslɛitə(n)] VB trans

1. verslijten:

verslijten (doen slijten)

verschleißen

verslijten (doen slijten)

abnutzen

verslijten (van kleren, schoeisel ook)

abtragen

2. verslijten (doorbrengen):

verslijten

zubringen

verslijten

verbringen

3. verslijten (houden voor) + voor:

verslijten

halten für +acc

verslijten

ansehen als +acc

iem voor gek verslijten

jdn für verrückt halten

ver·slij·ten² <versleet, i. versleten> [vərslɛitə(n)] VB intr

verslijten (slijten: meestal van dingen)

sich abnutzen

verslijten (slijten: meestal van mensen, dieren)

sich verbrauchen

Usage examples with verslijten

iem voor gek verslijten

jdn für verrückt halten