Dutch » German

Translations for „vooruitgaan“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

voor·uit·gaan <ging vooruit, i. vooruitgegaan> [vorœytxan] VB intr

1. vooruitgaan (vóór het genoemde gaan):

vooruitgaan

2. vooruitgaan (van tevoren gaan):

vooruitgaan

3. vooruitgaan:

vooruitgaan (voorwaarts gaan)
vooruitgaan (voer-, vaartuig)

4. vooruitgaan (vorderingen maken):

vooruitgaan
er financieel op vooruitgaan
met leren vooruitgaan
met sprongen vooruitgaan

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski