Translations for „vrije“ in the Dutch » German Dictionary

vrije <vrije|n> [vrɛɪjə] N nt

vrije

Freie(s) nt

in het vrije

im Freien

Usage examples with vrije

vrije mededinging

freier Wettbewerb

vrije handel

Freihandel m

vrije slag (zwemmen)

Freistil

vrije oefeningen SPORTS

Freiübungen pl

vrije tijd

Freizeit f

vrije oefening (sport en spel, met vrije figuren)

Kürübung f

vrije trap SPORTS

Freistoß m

in zijn vrije tijd

in seiner Freizeit

de vrije hand hebben fig

freie Hand haben

mijn schaarse vrije ogenblikken

meine wenigen freien Augenblicke

recht op vrije vestiging

das Recht auf Niederlassungsfreiheit [o. auf freie Niederlassung]

een vrije schop nemen SPORTS

einen Freistoß treten

de vrije slag

das Spiel

in het vrije

im Freien

de vrije handel

der Freihandel

een vrije jongen

ein kleiner Selbstständiger [o. Selbständiger]

de Vrije School

die Waldorfschule

de vrije schop/slag SPORTS

der Freistoß/Freistil