Translations for „betoverd“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

be·ˈto·nen [bəˈtoːnən] VB trans a. fig

betonen

beklemtonen

be·to·ˈnie·ren [betoˈniːrən] VB trans

1. betonieren:

betonieren

betonneren

betonieren

beton storten

2. betonieren fig (verhärten):

betonieren

verharden

3. betonieren SPORTS:

betonieren

betonvoetbal spelen

be·ˈtont [bəˈtoːnt] ADJ

1. betont:

betont

bijzonder

2. betont:

betont

nadrukkelijk

be·ˈtö·ren [bəˈtøːrən] VB trans

betören

betoveren

ˈbe·ten [ˈbeːtn̩] VB intr

beten

bidden

Not lehrt beten prov

nood leert bidden

betr.

1. betr.:

betr.

(des)betreffend

2. betr.:

betr.

met betrekking tot

See also betreffs , betreffend , betreffend

be·ˈtreffs [bəˈtrɛfs] PREP +gen

betreffs ADMIN, ECON

met betrekking tot

betreffs ADMIN, ECON

wat … betreft

be·ˈtref·fend² PREP +acc selten

betreffend

met betrekking tot

be·ˈtref·fend¹ ADJ

betreffend

desbetreffend

ˈbet·ten [ˈbɛtn̩] VB trans

betten

leggen

auf Rosen gebettet sein fig

op rozen zitten

jdn in die Erde betten

iem ter aarde bestellen

jdn zur letzten Ruhe betten

iem naar zijn laatste rustplaats brengen

wie man sich bettet, so liegt man prov

men moet zijn bed maken zoals men slapen wil

ˈbet·teln [ˈbɛtl̩n] VB intr

betteln

bedelen

betteln fig a.

smeken

ˈBett·ler(in) <Bettlers, Bettler> [ˈbɛtlɐ] N m(f)

Bettler(in)

bedelaar(bedelaarster) m (f)