Translations for „clarificeren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

glo·ri·fi·ˈzie·ren [glorifiˈ͜tsiːrən] VB trans

glorifizieren

verheerlijken

glorifizieren

roemen

po·la·ri·ˈsie·ren² [polariˈziːrən] VB refl liter (von Gegensätzlichkeiten)

polarisieren

zich polariseren

polarisieren

zich toespitsen

va·ri·ˈie·ren¹ [variˈiːrən] VB intr

variieren

variëren

variieren

verschillen

alar·ˈmie·ren [alarˈmiːrən] VB trans

1. alarmieren (zum Einsatz rufen):

alarmieren

alarmeren

alarmieren

waarschuwen

2. alarmieren (aufschrecken):

alarmieren

alarmeren

alarmieren

verontrusten

ka·ri·ˈkie·ren [kariˈkiːrən] VB trans

karikieren

karikaturiseren

ma·ri·ˈnie·ren [mariˈniːrən] VB trans

marinieren

marineren

qua·li·fi·ˈzie·ren¹ [kvalifiˈ͜tsiːrən] VB trans

qualifizieren

kwalificeren

qualifizieren

deugdelijk [o. geschikt] maken

elek·tri·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VB trans

elektrifizieren

elektrificeren

ve·ri·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VB trans liter

verifizieren

verifiëren

verifizieren

toetsen

pa·ˈrie·ren¹ [paˈriːrən] VB intr inf (folgsam sein)

parieren

gehoorzamen

willst [o. wirst ] du wohl parieren!

wil je weleens luisteren!

ta·ˈrie·ren [taˈriːrən] VB trans a. PHYS

tarieren

tarreren

tarieren

tarren

ra·ti·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VB trans

ratifizieren

ratificeren

ratifizieren

bekrachtigen