Translations for „kortstondigheid“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

kor·re·spon·ˈdie·ren [kɔrɛspɔnˈdiːrən] VB intr

1. korrespondieren (in Briefwechsel stehen):

korrespondieren

corresponderen

2. korrespondieren liter (entsprechen):

korrespondieren

corresponderen

korrespondieren

overeenstemmen

korrespondieren

beantwoorden aan

ˈorts·kun·dig ADJ

ortskundig

met de plaats bekend