Translations for „Angriffs“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

aan·grij·pen <greep aan, h. aangegrepen> [aŋɣrɛipə(n)] VB trans

aangrijpen

angreifen

aangrijpen

ergreifen

dat boek heeft mij erg aangegrepen

dieses Buch hat mich ergriffen

de dood van zijn vader heeft hem erg aangegrepen

der Tod seines Vaters hat ihn sehr mitgenommen

door kou/schrik/angst aangegrepen

von Kälte ergriffen/von Schrecken erfasst/von Angst gepackt

de vechtenden grepen elkaar aan

die Kämpfenden griffen einander an

een gelegenheid aangrijpen

eine Gelegenheit ergreifen

een strohalm aangrijpen fig

sich an einen Strohhalm klammern

een taak aangrijpen

eine Aufgabe in Angriff nehmen

de ziekte heeft de vrouw sterk aangegrepen

die Krankheit hat die Frau stark angegriffen

an·gi·na [ɑŋɣina] N f geen pl

angina

Angina f

angina pectoris

Angina pectoris

angina pectoris

Brustbeklemmung

an·gli·caans [ɑŋɣlikans] ADJ

anglicaans

anglikanisch

de anglicaanse kerk

die anglikanische Kirche

grif·fel <griffel|s> [ɣrɪfəl] N f

1. griffel (schrijfstift):

griffel

Griffel m

2. griffel landb.:

griffel

Pfropfreis nt

griffel

Impfreis nt