Translations for „Aufhellung“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

af·hel·pen <hielp af, h. afgeholpen> [ɑfhɛlpə(n)] VB trans

een klant afhelpen

einen Kunden zu Ende bedienen

iem van zijn geld afhelpen iron

jdn um sein Geld bringen

iem van de koorts afhelpen

jdn vom Fieber befreien

iem van zijn verslaving afhelpen

jdn von seiner Sucht heilen

hel·ling <helling|en> [hɛlɪŋ] N f

1. helling (talud):

helling

Böschung f

een steile helling

eine steile Böschung

2. helling:

helling (glooiing: van een berg)

Hang m

helling (glooiing: van een weg)

Gefälle nt

de helling af

hangabwärts

de zuidelijke helling

der Südhang

3. helling:

helling (het overhellen)

Neigung f

helling (van een wand)

Überhängen nt

de helling van de aardas

die Neigung der Erdachse

4. helling scheepv.:

helling

Helling f nt m

het schip moet op de helling

das Schiff ist überholungsbedürftig

van de helling lopen [o. glijden]

vom Stapel laufen

schel·len¹ <schelde, h. gescheld> [sxɛlə(n)] VB intr (aan een schel trekken)

schellen

schellen

schellen

läuten

schellen

klingeln

om iets schellen

nach etw klingeln

om iem schellen

(nach) jdm klingeln

hel·len <helde, h. geheld> [hɛlə(n)] VB intr

1. hellen:

hellen (afwijken van de loodlijn)

sich neigen

hellen (van een wand, muur)

überhängen

de muur helt naar links

die Wand hängt (nach) links über

dat schip helt zwaar

das Schiff hat schwere Schlagseite

2. hellen (schuin aflopen):

hellen

schräg abfallen

hellen

schief [o. schräg] sein

een hellend vlak nat.

eine schiefe Ebene spec

zich op een hellend vlak bevinden fig

auf die schiefe Bahn geraten sein

de vloer helt

der Boden fällt schräg ab

3. hellen (neigen):

hellen

zuneigen

het helt naar het groene

es spielt ins Grüne

naar iems zijde hellen

zu jds Seite neigen