Dutch » German

echt·ver·bin·te·nis <echtverbintenis|sen> [ɛxtfərbɪntənɪs] N f

mie·te·ren1 <mieterde, h. gemieterd> [mitərə(n)] VB trans (doen vallen)

ver·ha·len1 <verhaalde, h. verhaald> [vərhalə(n)] VB trans (zich schadeloosstellen)

over·ha·len <haalde over, h. overgehaald> [ovərhalə(n)] VB trans

4. overhalen scheik.:

5. overhalen (overtrekken):

om·ver·ha·len <haalde omver, h. omvergehaald> [ɔmvɛrhalə(n)] VB trans

2. omverhalen (overhoophalen):

mie·ters1 [mitərs] ADJ (geweldig)

neer·ha·len <haalde neer, h. neergehaald> [nerhalə(n)] VB trans

1. neerhalen (naar beneden halen):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski